Inclusieve besluitvorming

Omschrijving

Wanneer je een inclusieve besluitvorming ambieert, kan je beroep doen op Deep Democracy: een visie en methode waarmee je uitdrukkelijk alle perspectieven beluistert en benut. Een uitgangspunt is dat tegenstellingen de start van een creatief proces kunnen vormen. In de besluitvorming gaan de ‘wijsheid van de minderheid’ en het standpunt van de meerderheid hand in hand. Deze methode is inzetbaar in groepen van acht tot veertig deelnemers.

Werkwijze

Deep Democracy kent verschillende varianten, waarvan de meest praktische –  de ‘Lewis-methode’ – uit vier stappen bestaat.

  1. Verzamel alle mogelijke invalshoeken van het te bespreken thema.
  2. Zoek actief naar alternatieve, afwijkende invalshoeken en meningen in de groep.
  3. Verspreid deze alternatieve, afwijkende invalshoeken en meningen in de ganse groep.
  4. Voeg de wijsheid van de minderheid toe aan de invalshoeken van de meerderheid en hou een stemming.

Herneem de stappen tot je een volledig gedragen besluit hebt. Wanneer je de stappen drie keer herhaald hebt zonder resultaat, onderneem je een vijfde stap.

  1. Ga aan de slag met de onderstroom, met datgene wat toch nog ongezegd bleef. Doe indien nodig aan conflictresolutie.

Sterke punten

  • Deep Democracy verdiept de besluitvorming. De stem van de – vaak stillere – minderheid blijft meestal onder de waterlijn maar wordt nu wel in de besluitvorming opgenomen.
  • Waarderend voor ieders talenten, competenties, opvattingen, waarden, normen en aspiraties
  • Inzetbaar in alle lagen van de organisatie.
  • Versterkt de kwaliteit van de relaties.
  • Stimuleert bottom-up denken en handelen.
  • Genereert creatieve(re) oplossingen.

Aandachtspunten/tips

  • Neem als facilitator een neutrale houding aan. Kies geen partij voor standpunten en opvattingen.
  • Geef duidelijk aan dat echt àlle gedachten, standpunten, meningen, opvattingen over de kwestie welkom zijn.
  • Weersta aan de neiging om snel tot besluitvorming over te gaan.
  • Vraag expliciet: “Heeft er iemand nog een ander idee?”
  • Laat stiltes toe.
  • Zorg voor een veilige sfeer.
  • Vraag ook: “Wie herkent zich op een of andere manier in het alternatieve idee?”, “Zijn er nog mensen die zo denken?”
  • Het stemmen kan je volgt structuren:
    • herhaal de opties (op een neutrale toon)
    • noem de opties één voor één op en laat stemmen via handopsteking
    • bij unanieme stemming kan je verder aan de slag met wat beslist is
    • bij meerderheidsstemming heb je eveneens een besluit, maar stel je aan de nee-stemmers de volgende vraag: “Wat heb je nodig om mee te gaan in het besluit van de meerderheid?” De antwoorden op die vraag voeg je toe aan wat de meerderheid al besliste. Zo bekom je een nieuw voorstel, waarover je opnieuw laat stemmen via handopsteking.
    • bij een zeer verdeelde stemming herneem je de drie eerste stappen waarbij je de betrokkenen uitnodigt om de argumenten voor hun stemgedrag helder toe te lichten

Meer informatie